p.285
Al tijdens de voorbereiding van Het retorische weten was duidelijk dat een groot deel van het pluriforme werk van filosoof Emanuel Rutten er niet in kon worden opgenomen. Wat toen werd vermoed is nu geschied. Het is een tweeluik geworden.
Dit tweede en laatste deel is wederom ruim opgezet. Zo vinden we teksten over niet-feitelijke waarheid, retorica als presocratische wijsheid, Plato’s begrip van negatie, het denken van Husserl en Spengler over wiskunde, de grondslagen van de metafysica, het Aristotelische vormbegrip, en wederom aan het eind een reeks van uiteenlopende kortere bespiegelingen. Bekende thema’s van Rutten, zoals zijn wereld-voor-ons kennisleer en zijn semantisch argument, komen in dit deel opnieuw aan de orde en worden verder verdiept.
Vergeleken met het eerste deel bevat dit werk zowel recentere bijdragen als teksten uit de vroegste periode van het denken van de Amsterdamse filosoof. Het is het slotstuk op de zielsbepalende weg die Rutten met zijn intense en soms wilde, maar altijd diep en grondig doordachte denken is gegaan. De lezer stuit op een allesomvattend en begeerlijk denken waarbij denken, leven en spreken bijeenkomen en uiteindelijk verschijnen als een hechte eenheid.
Dr. ir. Emanuel Rutten is filosoof en verbonden aan de afdeling Wijsbegeerte van de Faculteit der Geesteswetenschappen van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Zijn onderzoeks- en onderwijsterrein omvat de relatie tussen geloof en wetenschap, de evaluatie van de rationaliteit van seculiere en religieuze wereldbeelden, kennisleer en metafysica, logica en retorica, en esthetiek.